De herziene Woningwet uit 2015 is de afgelopen tijd geëvalueerd. Uit deze evaluatie zijn een aantal interessante conclusies en voorstellen tot wetswijziging gekomen. De originele uitkomsten en de brief van de minister zijn terug te vinden op deze pagina. Daarnaast hebben ook wij eerder al een artikel geschreven over deze evaluatie. Ten tijde van het schrijven van dat artikel was de evaluatie ter consultatie gelegd en was er nog geen concreet voorstel tot wetswijziging. Dat is nu wel het geval.

Hoofdconclusie

De hoofdconclusie van de evaluatie van de Woningwet is dat de hoofddoelen van de wet, zoals die in juli 2015 in werking is getreden, worden bereikt. Verder is aangegeven dat er wel ruimte is voor verbetering wat betreft de werking van de wet. Om die reden is er dan ook een wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet ingediend. Het doel van dit wetsvoorstel is:

  • Het verbeteren van de werking en het vergroten van de toekomstbestendigheid van de wet door meer ruimte te bieden voor lokaal maatwerk door corporaties en andere betrokkenen.
  • Ruimte voor meer risicogericht toezicht op corporaties geven.
  • Het beperken van administratieve lasten voor corporaties.

Om te zorgen voor lokaal maatwerk zijn er wat wijzigingen rondom de uitgaven voor leefbaarheid en duurzaamheid voorgesteld. Deze wijzigingen bieden ruimte voor andere beleidskeuzes voor corporaties. Hieronder worden een paar belangrijke voorgestelde wijzigingen uitgelicht:

  • Het maximale bedrag voor leefbaarheidsuitgaven per woning komt te vervallen.
  • Leefbaarheidsactiviteiten mogen ook uitgevoerd worden door corporaties zonder dat deze zijn opgenomen in prestatieafspraken.
  • Er zal extra vrijheid zijn rondom het proces van de prestatieafspraken om beter aan te sluiten bij de lokale context. Hierbij mogen dan ook lokale partijen aansluiten zoals onderwijsinstellingen of de door de commissie Bos genoemde welzijnsorganisaties en zorgaanbieders. Eerder werden deze afspraken exclusief met lokale driehoek gemaakt.
  • De mogelijkheden voor verduurzaming worden gelijkgetrokken met andere vastgoedeigenaren, zoals opgewekte energie direct terug leveren aan het net.
  • Bij gemengde complexen (of versplinterd bezit) zal het mogelijk worden om de overheadkosten van verduurzaming door de corporatie te laten betalen om het draagvlak binnen het complex te vergroten.

De overige wijzigingen zijn meer op het vastgoedsturingsproces gericht. Toch is het goed om als corporatie hier kennis van te nemen en al te bedenken hoe je dit kan meenemen in de eigen processen.

Tevens zal er meer ruimte komen voor de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) om de lokale context mee te nemen in de beoordeling. Hiervoor dient de Aw wel voor het intreden van de wet duidelijke beleidsregels te formuleren en te publiceren. Het laatste onderwerp dat de minister in de brief behandelt, is het informatietraject waarbij verschillende woonpartijen zijn aangehaakt. Hierbij is het doel om beter inzicht te verschaffen in de Woningwet en de regelgeving daaromtrent. Daarnaast zullen ook meer praktijkvoorbeelden worden gedeeld. Denk hierbij aan samenwerkingsconvenanten tussen partijen op het gebied van woonoverlast of actuele prestatieafspraken.

Ondersteuning Ortec Finance

Wij adviseren woningcorporaties de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving nauwgezet te volgen en tijdig te bedenken wat de effecten voor hun specifieke beleid, portefeuillestrategie en/of processen zijn. Afhankelijk van de aard van de effecten, is het verstandig de financiële impact in beeld te brengen.

Wil je hierover sparren of heb je hulp nodig met het in beeld brengen van de gevolgen, neem dan contact op met Coen Ravesloot.

Gerelateerde insights

X
Cookies help us improve your website experience.
By using our website, you agree to our use of cookies.
Confirm