Uit Ortec Finance onderzoek blijkt dat een solidariteitsreserve met gerichte vul- en verdeelregels zeer effectief ingezet kan worden om daling van pensioenuitkeringen te voorkomen. Met een relatief kleine buffer krijgen huidige en toekomstige gepensioneerden veel meer nominale zekerheid dan bij een beleid zonder solidariteitsreserve en ook meer zekerheid dan het huidige FTK kan bieden. Omdat risico’s bij deze bufferinzet enorm afnemen, kan dit ruimte geven om in de uitkeringsperiode risicovoller te beleggen, waardoor er naar verwachting een substantieel hoger pensioen bereikt kan worden, terwijl de risico’s beperkt blijven.
Nu ook berekeningen beschikbaar hier.
In de solidaire en de flexibele premieregeling wordt na pensionering ‘doorbelegd’ in de uitkeringsfase waardoor de uitkering variabel is. Vanuit rationeel perspectief past een variabele uitkering voor bijna alle deelnemers beter dan het aankopen van een vaste uitkering bij een verzekeraar, zo blijkt uit recent Netspar onderzoek. Toch kiezen de meeste deelnemers desgevraagd voor een vast pensioen. De reden is ‘verliesaversie’: een emotionele overreactie op verlies.
In dit artikel laten we zien dat door middel van het gericht inzetten van de solidariteitsreserve het voordeel van een door velen zo gewaardeerde vaste uitkering (nominale zekerheid) gecombineerd kan worden met het voordeel van de variabele uitkering (een hoger pensioen).
Hieronder gaan we eerst in op de in het nieuwe onderzoek gehanteerde aanpak en leggen we uit waarom deze aanpak zo veel nominale en/of reële zekerheid biedt. Tot slot gaan we in op de gevolgen die deze aanpak kan hebben op de keuzes die sociale partners en fondsbesturen de komende tijd moeten maken.
Efficiënte en effectieve aanpak om uitkeringen te stabiliseren
De aanpak om met behulp van de solidariteitsreserve de nominale zekerheid sterk te verbeteren is eenvoudig: Zet de solidariteitsreserve alleen in om een daling van de lopende uitkeringen in het betreffende jaar te repareren. Niet de persoonlijke pensioenkapitalen worden aangevuld (dat komt neer op het levenslang aanvullen van uitkeringen), maar alleen de uitkeringen zelf. Hierdoor wordt het repareren van een daling van de uitkeringen veel goedkoper en kan de solidariteitsreserve niet snel leeg raken.
Vooral als de solidariteitsreserve (deels) gevuld wordt met een initiële storting, zorgt deze aanpak voor een fors lagere kans op een daling van de pensioenuitkering van jaar-op-jaar. De kans op een daling kan tot bijna 0 worden teruggebracht, waarmee er met een relatief kleine buffer meer nominale zekerheid geboden kan worden dan in het huidige FTK. Ook de reële uitkering1 kan – afhankelijk van de gekozen invulling van vul- en verdeelregels - deels gestabiliseerd worden. De uitlegbaarheid richting deelnemers is daarbij eenvoudig. De uitvoerbaarheid is nog niet onderzocht, maar het lijkt niet ingewikkeld.
Naast een zekerder pensioen ook een hoger pensioen
Gegeven de grote nominale risicoreductie die de solidariteitsreserve kan bieden, zou er ook gekozen kunnen worden voor een risicovoller beleggingsbeleid in de uitkeringsfase. Een allocatie naar de returnportefeuille van 60% wordt nu als zeer risicovol beschouwd maar de nominale risico’s blijken met de nieuwe aanpak veel lager dan de risico’s die we in de huidige WVP zien, terwijl de verwachte pensioenuitkeringen substantieel hoger zijn.
Wijziging conceptwetgeving nodig?
De onderzochte aanpak kan zorgen voor fors lagere risico’s en/of fors hogere pensioenen. Het vullen van de solidariteitsreserve is (indirect) gebaseerd op overrendement en is daarmee volgens de letter van de (concept)wetgeving niet toepasbaar in de flexibele regeling. De solidaire regeling zou daarmee een groot voordeel hebben ten opzichte van de flexibele regeling. Ortec Finance denkt dat er manieren te bedenken zijn waarmee een effectieve inzet van de solidariteitsreserve2 ook in het flexibele contract is in te bouwen, rekening houdend met de implicaties van de keuzevrijheid met betrekking tot het beleggingsprofiel die deelnemers hebben in het flexibele contract. Hiervoor is mogelijk wel een wijziging van de conceptwetgeving nodig.
Implicaties voor het traject naar het nieuwe stelsel
Contractkeuze: Als de beschreven aanpak niet mogelijk is (of wordt gemaakt) in de flexibele regeling, dan heeft het solidaire contract een belangrijk voordeel ten opzichte van het flexibele contract. De contractkeuze van sociale partners kan hierdoor beïnvloed worden en wellicht moet een reeds uitgesproken voorkeur voor het flexibele contract heroverwogen worden.
Risicopreferentieonderzoek: In een risicopreferentieonderzoek krijgen deelnemers veelal realistische pensioenbedragen te zien die het resultaat zijn van een doorrekening bij verschillende beleggingsprofielen. Door de inzet van de solidariteitsreserve kunnen de pensioenbedragen die deelnemers te zien krijgen sterk beïnvloed worden, waardoor deelnemers mogelijk andere keuzes gaan maken.
Beleggen: Het bestuur moet invulling geven aan het beleggingsbeleid in het nieuwe stelsel. De solidariteitsreserve maakt het mogelijk om in de uitkeringsfase van de solidaire regeling een aanzienlijk groter deel van het vermogen naar de returnportefeuille te alloceren dan gebruikelijk is in de huidige WVP, zonder dat dit tot een toename van risico’s voor de gepensioneerden leidt. Het ligt voor de hand dat fondsen in de solidaire regeling risicovoller gaan beleggen.
Vervolg
Volgende week publiceren wij een uitgebreid artikel waarin de resultaten van het onderzoek worden getoond. Geïnteresseerden kunnen op een nog te bepalen datum een webinar over dit onderwerp volgen.
Vanwege de effectiviteit van de beschreven aanpak komt de invulling van het beleid in de uitkeringsfase (sturingsmiddelen: beleggingsbeleid, projectierendement en uitsmeren van schokken) in een nieuw perspectief te staan. Uit nader onderzoek moet blijken welke combinatie van de sturingsmiddelen de meest passende resultaten oplevert. Ook vul- en verdeelregels die een zo stabiel mogelijke reële uitkering tot doel hebben, moeten nader worden onderzocht, net als de inzet van beleggingscategorieën die inflatiebescherming bieden. In de loop van 2022 gaan wij hier nader op in.
1 Een adequate en stabiele reële pensioenuitkering was een belangrijke doelstelling toen zo’n 12 jaar geleden de pensioendiscussie losbarstte, maar deze doelstelling lijkt in het conceptwetsvoorstel gesneuveld.
2 De solidariteitsreserve wordt in het flexibele contract ‘risicodelingsreserve’ genoemd.