Verkleinen van het balansrisico in aanloop naar het invaarmoment | Ortec Finance

De cruciale rol van de dekkingsgraad bij de pensioenhervorming

De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel brengt voor fondsen aanzienlijke financiële uitdagingen met zich mee. Een dalende marktrente of negatieve beleggingsrendementen kunnen de dekkingsgraad aantasten, wat gevolgen heeft voor de financiële stabiliteit op het invaarmoment. Dit beïnvloedt cruciale zaken zoals compensatie voor het afschaffen van de doorsneepremie en de mogelijkheden om persoonlijke pensioenvermogens te verhogen. Veel fondsen overwegen daarom maatregelen om deze risico’s te minimaliseren.

Twee visies op dekkingsgraadbescherming

Er zijn twee visies op het beschermen van de dekkingsgraad. Voorstanders van een consistent beleggingsbeleid wijzen op het belang van stabiliteit over de gehele looptijd van een pensioenfonds. Bij deze visie is het meetmoment bij het invaren minder relevant, aangezien een lage dekkingsgraad onder het FTK ook een negatieve impact heeft op het indexatiepotentieel of zelfs tot korten leidt. Daarnaast achten zij de kosten, die onlosmakelijk verbonden zijn aan het afdekken van risico’s, in relatie tot de korte beschermingsperiode en het totaal aantal deelnamejaren in een pensioenfonds niet uitlegbaar.

De andere visie richt zich op de transitiedoelstellingen die zijn vastgelegd in het transitieplan, zoals het voorkomen van verlaging van uitkeringen en het verbeteren van draagvlak door een soepele overgang.

Wet- en regelgeving en evenwichtigheid

Aanpassingen in de beleggingsportefeuille kunnen invloed hebben op afspraken met sociale partners en wettelijke toetsen. Het beschermen van de dekkingsgraad kan als een significante wijziging worden gezien, wat een nieuwe aanvangshaalbaarheidstoets vereist. Ook het vereist eigen vermogen (VEV) en de eigenrisicobeoordeling (ERB) moeten mogelijk worden herzien.

Bescherming van de dekkingsgraad heeft over het algemeen geen negatief effect op de evenwichtigheid omdat alle deelnemers profiteren van een stabiele dekkingsgraad. Echter, als de dekkingsgraad te laag is of als het opwaarts potentieel van beleggingen wordt weggegeven met opties, kan dit de evenwichtigheid wel in het geding brengen. 

Risicobeheersing

De minimum invaardekkingsgraad uit het transitieplan is een logische keuze voor bescherming. Pensioenfondsen lopen verschillende financiële risico’s, waarbij aandelen- en renterisico de grootste bron zijn van de volatiliteit in de dekkingsgraad. Er zijn verschillende methoden om deze risico’s af te dekken. Bij het lineair reduceren van risico is er sprake van het verkopen van posities of het inzetten van swaps of futures. Deze methode haalt het neerwaarts risico van tafel, maar elimineert ook het opwaarts potentieel. Pensioenfondsen die het opwaarts potentieel toch willen behouden kunnen zich richten op niet-lineaire instrumenten, zoals opties. Bij de aankoop van opties moet premie betaald worden, maar heeft een stijging van de aandelenkoersen of de rente nog steeds een positief effect op de dekkingsgraad. Dalingen worden afhankelijk van het uitvoeringsniveau van de opties beperkt of in grote mate opgevangen. De keuze in de manier van afdekken hangt af van de financiële positie van het fonds en de transitiedoelstellingen. Niet-lineaire afdekking brengt extra complexiteit met zich mee.

Het afdekken van renterisico vindt in de praktijk vooral plaats met staatsobligaties en renteswaps. Beide instrumenten zijn een lineaire vorm van afdekken en zitten ook onder FTK al in de beleggingsportefeuille. Een verhoging van de rente-afdekking door uitbreiding van bestaande instrumenten heeft dan ook een minimale operationele impact.

Een aandachtspunt bij het afdekken van aandelenexposure is de effectiviteit. Afdekking vindt immers plaats op benchmarkniveau, terwijl uw fonds wellicht ook gebruik maakt van actief beheerde mandaten of fondsen. Het verschil valt niet af te dekken en kan een negatief effect hebben op de dekkingsgraad. Ook bewegingen van de overige zakelijke waarden in de beleggingsportefeuille kunnen een negatieve impact hebben. Om dit te mitigeren kan meer aandelenrisico afgedekt worden (dan aanwezig in de portefeuille), om te corrigeren voor de bewegingen van de overige zakelijke waarden. Deze methodiek is niet perfect, aangezien aannames gedaan worden over de correlatie met aandelen en de daadwerkelijke correlatie kan afwijken van de berekende correlatie.

Conclusie: Tijdelijke bescherming biedt kansen

Hoewel er geen universele aanpak bestaat, biedt tijdelijke afdekking van financiële risico’s waardevolle stabiliteit tijdens de transitie. Zorgvuldige analyse en duidelijke communicatie met stakeholders zijn essentieel om een evenwichtige en effectieve strategie te waarborgen.

 

Dit artikel is een samenvatting van “Verkleinen van het balansrisico in aanloop naar het invaarmoment”, dat is verschenen in Pensioenactualiteiten 2025 van Thomas & Brinkman uitgevers.

Gerelateerde insights

X
Cookies help us improve your website experience.
By using our website, you agree to our use of cookies.
Confirm