2015. Niet alleen is dat het jaar van het Parijse Klimaatakkoord, de wereldwijde overeenkomst waarmee de financiële sector zich committeerde om actief iets te doen tegen klimaatverandering. Het is ook het jaar dat Mark Carney, de toenmalige gouverneur van de Bank of England, een speech hield over de noodzaak voor de financiële sector om te anticiperen op de risico’s van klimaatverandering.

In het iconische gebouw van Loyd’s of London schetste hij ‘het drama van de tijdshorizon’. Hij hield zijn publiek van toonaangevende mensen uit de internationale financiële sector voor dat op het moment klimaatverandering de financiële stabiliteit in gevaar zou brengen, het waarschijnlijk ook te laat was er nog iets aan te doen.

Zijn beroemde speech was het startsein voor de oprichting van de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD), de werkgroep die heeft gezorgd voor het raamwerk en bijbehorende regels voor gekwantificeerde informatie die helpt vooruit te kijken en ondersteunt bij het nemen van beleggingsbeslissingen.

Institutionele beleggers

Pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties die de afgelopen maanden bezig zijn geweest bij schrijven en samenstellen van de jaarverslagen en de, voor PRI-rapportage verplichte, TCFD-rapportage daarin zullen nauwelijks aan Mark Carney en zijn belangrijke speech hebben gedacht. Sterker nog, een aantal zal zeker verzucht hebben waarom de financiële sector zoveel transparantie-eisen en -regels kent. Daar is sinds 21 april nog eens de verscherpte wetgeving van de Europese Unie, de Corporate Sustainable Reporting Directive (CSRD) bijgekomen. Voorheen bekend als de NFRD heeft ook zijn reikwijdte vergroot: niet alleen de grote beursgenoteerde bedrijven maar ook de middelgrote beursbedrijven en niet-beursgenoteerde ondernemingen van dezelfde omvang vallen nu onder de Europese transparantiewetgeving.

De pensioenfondsen moeten nog eens een extra inspanning leveren voor de IORP II. Zij zijn verplicht minstens een keer in de drie jaar een ‘eigen risicobeoordeling’ (ERB) uit te voeren. De ERB is bedoeld als een “holistische” beoordeling van alle materiële risico’s en verbindt de strategie van het pensioenfonds met het risicoprofiel. Ook de PRI heeft zijn rapportage-eisen vergroot.

Om efficiënter om te kunnen gaan met de informatieverzameling voor de CSRD, TCFD, DNB, PRI, VBDO, SFDR en ERB en andere sectorspecifieke verantwoording hebben wij als Klimaat-en ESG-team van Ortec Finance een aantal tips.

Zorg voor een goede structuur

De Nederlandsche Bank geeft in haar jaarverslag van 2020 zelf het goede voorbeeld door heel strak vast te houden aan de 4 onderdelen van de TCFD:

  • Governance
  • Strategie
  • Risicomanagement
  • Indicatoren en doelstellingen

Voor governance adviseren wij dat een financiële instelling, of het nu een verzekeringsmaatschappij is of een pensioenfonds, helder is over hoe het bestuur overzicht houdt over de klimaatrisico’s en ook over de kansen.

Bij de strategie gaat het over de actuele en potentiële impact van de klimaatrisico’s en -kansen op de activiteiten, de strategie en de financiële vooruitzichten en planning. Om goed te kunnen zien wat materieel is, moeten de risico’s en kansen ook afgezet worden tegen de korte, middellange en lange termijn. Bovendien is het van belang om te laten zien hoe groot te veerkracht en het weerstandsvermogen van de organisatie is, afgezet tegen de verschillende scenario’s die worden verwacht.

Bij Ortec Finance houden we rekening met scenario’s die het Parijs Akkoord zullen halen en een ordelijke transitie van de economie, maar ook minder goede scenario’s waar we de opwarming niet kunnen tegenhouden en/of dat we te maken krijgen met een chaotische transitie. Het zijn deze scenario’s die ook gebruikt (gaan) worden voor de stresstesten.

Het is dus van belang nadrukkelijker te kijken naar wat klimaatrisico’s nu werkelijk zijn en hoe groot ze zijn. In het TCFD-rapport en ook bij de CSRD en SFDR moet goed worden uitgelegd hoe het managementproces van klimaatrisico’s is ingericht, inclusief een beschrijving hoe het hele proces van identificeren, beoordelen en managen van klimaatrisico’s wordt geïntegreerd in het totale risicomanagement van de organisatie.

Als laatste en zeker niet de minste is verantwoording over de data, de indicatoren en de doelstellingen. Leg verantwoording af over welke data er gebruikt worden om de klimaatrisico’s in de strategie en het risicomanagement te beoordelen.

Tot slot

Beschrijf in elke wettelijk vereiste rapportage ook welke doelen er zijn gesteld om de klimaatrisico’s en -kansen te beoordelen en te managen. Kijk goed hoe ze bereikt kunnen worden. Geen enkele organisatie wil op de voorpagina van het FD terecht komen, omdat de accountant vindt dat de gestelde lange-termijndoelen niet in overeenstemming zijn met de strategie en het beleid voor de komende jaren.

Het is een uitdaging om goed te rapporteren over de onderdelen Strategie en Risicomanagement van de TCFD. Ook de scenario-analyses leveren hoofdbrekens op. Dat zijn precies de onderdelen die ook zo belangrijk zijn om echt actie te kunnen ondernemen om te voldoen aan eisen die gesteld worden aan financiële instellingen om bij te dragen aan het tegengaan van de klimaatverandering.

Het goed kunnen inschatten van de risico’s hoort bij de fiduciaire plicht en dat kan niet zonder goede informatieverzameling en – analyse. Het loont dus om te investeren in de kwaliteit van analyse én rapportage. Het inzetten van goede tools hoort daarbij, daar weten wij alles van! Bekijk ons Climate & ESG Solution pagina (Engelstalig) voor meer informatie of neem contact op met de onderstaande contactpersonen.

Gerelateerde insights

X
Cookies help us improve your website experience.
By using our website, you agree to our use of cookies.
Confirm