Met de invoering van het nieuwe pensioenstelsel is het belangrijker dan ooit om het pensioen van de deelnemers te waarborgen. Een cruciaal onderdeel hiervan is de monitoring van het strategisch beleggingsbeleid en de bijbehorende risico’s voor het pensioen van de deelnemers.
In het huidige stelsel ligt de focus nog met name op het collectieve niveau met korte- en langetermijnrisico’s rondom de dekkingsgraad. In het nieuwe stelsel verschuift de focus naar deelnemers(groepen). In dit artikel bespreken we hoe pensioenfondsen de strategische monitoring kunnen inrichten. Op hoofdlijnen:
- Zijn de gehanteerde economische uitgangspunten nog valide?
Als de economische omgeving significant is gewijzigd, en het bestuur van mening is dat ook naar de toekomst de vooruitzichten significant anders zijn dan hoe dit was toen het beleid werd vastgesteld, is dit een reden om het beleid te herijken. - Is mijn strategische beleid nog passend?
Reden om het strategische beleid mogelijk aan te passen, zou kunnen zijn dat de doelen niet meer haalbaar zijn, of de risico’s te groot zijn. - Wat is de impact op communicatie-uitingen naar deelnemers?
Hiermee kan het fonds in een vroeg stadium signaleren in welke mate de informatie aangepast moet worden.
Hieronder volgen per onderdeel voorbeelden.
1 - Economisch beleid
Het doel is om te bepalen of de economische omgeving is gewijzigd. Dit kan met behulp van inzicht in de daadwerkelijke ontwikkeling van rente, inflatie en aandelen t.o.v. de projecties. Daarnaast kan specifiek voor het fonds worden gekeken naar de ontwikkeling van het collectief overrendement versus de verwachting en de bijbehorende kansverdeling.
2 - Strategisch beleid
Het doel van deze maatstaven is om triggers te geven wanneer het fonds het beleid moet (of wil) aanpassen. Wettelijk zijn dat in ieder geval de risicohoudingsmaatstaven. Daarnaast is het zinvol om eigen maatstaven te bepalen en is het nuttig om inzicht te hebben in de haalbaarheid van de pensioendoelstelling van sociale partners.
Eigen maatstaven
(Verwachte) pensioenen van deelnemers
Ook in het nieuwe stelsel zal er een spagaat zijn tussen stabiele en voorspelbare pensioenuitkeringen, waardoor gepensioneerden kunnen rekenen op een betrouwbare inkomensbron aan de ene kant en zorgen voor koopkrachtbehoud aan de andere kant. Verschillende maatstaven geven inzicht in de pensioenuitkeringen. Denk hierbij aan:
- Inzicht in het pensioen (vervangingsratio’s) in het verwachte, een slecht en een goed scenario
- Kans op, en mate van verlagingen
- Kans op, en mate van verhogingen
- Verloop van de uitkering in verschillende scenario’s
Solidariteitsreserve
De solidariteitsreserve heeft vaak als doel om een verlaging van de uitkering te beperken en/of om schokken in de opbouwfase te beperken. Om deze doelen te kunnen bereiken zijn voldoende middelen nodig. Pensioenfondsen kunnen via verschillende maatstaven een inschatting maken van de effectiviteit van de reserve naar de toekomst toe. Denk hierbij aan het verloop van de omvang van de reserve in verschillende scenario’s.Spreidingsvermogen in de collectieve uitkeringsfase
Daarnaast kiezen veel fondsen voor de collectieve uitkeringsfase i.c.m. spreiden. Daarmee worden de ingegane uitkeringen ieder jaar met hetzelfde percentage verhoogd of verlaagd. Bij een financiële schok ontstaat er bij deze opzet een spreidingsvermogen dat positief of negatief kan zijn. Het spreidingsvermogen is daarom een zinvolle maatstaf om naar te kijken en geeft aan hoe groot de nog niet verwerkte mee- en tegenvallers zijn.Pensioendoelstelling sociale partners
Vanuit de opdracht die sociale partners hebben meegegeven kan ook gekeken worden naar de kans op het behalen van de pensioendoelstelling, gegeven de premie vanuit een evenwichtige verhouding tussen premie-inleg en de pensioendoelstelling. Hiermee worden onverwachte wijzigingen in de doelstelling en/of premies voorkomen.
Wettelijke risicohoudingmaatstaven
Met de introductie van het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel zijn wettelijke risicohoudingsmaatstaven cruciaal geworden. Enerzijds omdat deze maatstaven een beeld geven van de risicohouding van de deelnemers en anderzijds omdat de wetgever vereist dat het pensioenfonds het beleid moet aanpassen als de risicoblootstelling buiten de grenzen van de risicohouding valt. De formele toetst vindt één keer per jaar plaats maar gedurende het jaar kan het pensioenfonds monitoren of deze grenzen (bijna) worden overschreden.
3 - Communicatie
De jonge deelnemers zullen waarschijnlijk meer kijken naar het kapitaal dan naar het verwachte pensioen. Hoe dichter de deelnemer bij de pensioendatum komt, hoe belangrijker het wordt om inzicht te krijgen in het pensioen dat deze deelnemer kan verwachten en de mate van onzekerheid daaromheen.
Door in de rapportage voor een aantal leeftijden (maatmensen) te volgen hoe het kapitaal en de UPO-bedragen zich ontwikkelen, is het pensioenfonds voorbereid op mogelijke vragen van deelnemers en kan in de communicatie hier verder aandacht aan besteed worden.
Conclusie
Het gebruik van deze maatstaven in de strategische monitoring zorgt voor een robuuste en transparante aanpak waarmee pensioenfondsen tijdig kunnen anticiperen op veranderende (financiële) omstandigheden en hiermee kunnen ze de belangen van de deelnemers te beschermen. Dit leidt tot een duurzaam en betrouwbaar pensioenstelsel dat bestand is tegen toekomstige economische uitdagingen.
Dit artikel is tevens verschenen op InvestmentOfficer.nl op 26 juni 2024.