In de overgang naar een pensioencontract onder de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) moet de evenwichtigheid worden getoetst. Deze evenwichtigheidstoets is onderdeel van het transitieplan dat sociale partners moeten opstellen. Daarbij is voorgeschreven dat ze dit onder andere moeten doen op basis van netto profijt. In de evenwichtigheidstoets wordt door middel van netto profijt voor verschillende groepen deelnemers getoond hoeveel zij er als gevolg van de gehele transitie op voor- of achteruitgaan. Zie ons nieuwe rapport hierover, via de download button onderaan.

De ene actieve is de andere niet, bij netto profijt analyses

Tot nu toe zijn in netto profijt analyses vooral inzichten geboden door te kijken naar deelnemersgroepen op basis van geboortejaar. Maar in de uiteindelijke evenwichtigheidstoets moet ook verder onderscheid worden gemaakt naar deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. In dit artikel brengen we daarom een verdieping aan op eerdere onderzoeken door naast geboortejaar ook te kijken naar initiële status..

Met name als het gaat om de evenwichtigheidsbeoordeling is het goed om daarna ook verder te kijken binnen de groep actieve deelnemers. We zien grote verschillen wanneer we kijken naar de gehele huidige groep actieve deelnemers of wanneer we specifiek kijken naar deelnemers die tot pensioendatum actief blijven in het fonds. Dit komt doordat van de initiële groep actieven er ook deelnemers zijn die zullen uittreden en niet langer opbouwen. Deze groep zorgt voor een gemengd beeld.

We concluderen daarom dat het zuiverder is om maatmensen te gebruiken om het netto profijt voor actieven inzichtelijk te maken, vooral wanneer deze wordt gebruikt voor de beoordeling of de dubbele transitie voldoende werkt om de afschaffing van de doorsneesystematiek te financieren of dat sprake is van een compensatiewens.

Biedt de dubbele transitie ineens altijd voldoende compensatie?

In analyses die tot nu toe steeds zijn uitgevoerd is geconcludeerd dat de dubbele transitie ineens voor alle deelnemersgroepen in veel gevallen voldoende compensatie biedt voor de afschaffing van de doorsneesystematiek en leidt tot een positieve verandering van het netto profijt wanneer wordt overgegaan naar een nieuw pensioencontract. Voor verschillende maatmensen hebben we gekeken wat de gevoeligheid is voor een verandering van dekkingsgraad en voor een verandering van de rente.

We concluderen dat de hoogte van de dekkingsgraad slechts een beperkte impact op de verandering van het netto profijt heeft. De hoogte van de rente heeft echter een significante impact op de verandering van het netto profijt en een hogere rente kan ertoe leiden dat de dubbele transitie voor bepaalde groepen niet langer voldoende is om het afschaffen van de doorsneesystematiek te compenseren.

Lees hier het gehele rapport

Gerelateerde insights

X
Cookies help us improve your website experience.
By using our website, you agree to our use of cookies.
Confirm